Wanneer je op vakantie gaat naar Bonaire dan mag je een bezoek aan Washington Slagbaai National Park haast niet overslaan. Het park dat in het noorden van Bonaire ligt is een heuvelachtig natuurgebied met niet alleen reusachtige cactuswouden en mooie baaien maar ook met bergen en flinke rotsformaties.
In het park zijn de wegen onverhard en er zijn flinke gaten, kuilen en hobbels. Soms lijkt het alsof je in de achtbaan zit. De weg gaat steil omhoog en pas aan de top zie je de weg naar beneden. Het park is alleen te bezoeken met een terrein- of pick-up auto. Trek er gerust een hele dag vooruit en neem je eigen eten en drinken mee want er zijn geen voorzieningen. Zorg ook dat je genoeg benzine hebt; op zijn minst een half volle tank.
KAART
Allereerst vind je hier een kaartje van het park. Er zijn twee routes in het park: de lange van 35 km (kleur geel) duurt 3,5 uur en de korte van 24 km (kleur groen) duurt 2 uur. De lange route leidt je langs de ruige oost- en noordkust en de korte route snijdt een stuk af en gaat binnendoor naar de idyllische baaien aan de westkust waar je prachtig kunt snorkelen of duiken. Op sommige plekken overlappen beide routes zich. Zowel de lange als de korte route zijn eenrichtingverkeer. Je moet ze dus helemaal uitrijden. Ikzelf heb alleen de korte route gereden omdat ik veel te lang gewacht heb om het park te bezoeken. Toen ik eindelijk besloot de lange route te rijden was deze gesloten vanwege de heftige regenval twee dagen eerder in het park. Houd er rekening mee dat je lang in de auto zit. De afstanden zijn ver en je kunt niet harder dan 20km/p.u. rijden.
Hieronder een impressie van de korte route
1. BAAIEN BEZOEKEN
Playa Funchi
Deze baai ligt aan de westkust van het park en is zowel bereikbaar via de korte route als de lange route. Het strand bestaat uit stenen wat niet echt comfortabel is om op te liggen of te lopen. Er staat een tafel met een parasol van palmbladeren. Het is een plek waar veel gedoken wordt. Ook komen hagedissen en leguanen je graag bezoeken.
Bise Morto
Op deze plek moet je gewoon even uitstappen om het uitzicht te bewonderen. Hier vind je steile kliffen waar het water tegen de rotsen botsen.
Wayaka I, II, III
Ook deze baaien liggen aan de westkust niet ver van Bise Morto. Deze drie plekken zijn heerlijk om te bezoeken. Mijn favoriete is Wayaka II. Ondanks dat het een te klein zandstrand heeft is het er wel schitterend. Ik heb het een keer op Pinkster zondag bezocht en had het geluk dat het rustig was. Een andere dag was het zo druk dat ik er gevlucht ben. Op die rustige dag heb ik genoten van alle blauwe, witte en roze kleuren.
Je kunt hier prachtig snorkelen (en duiken). Wij kwamen tijdens het snorkelen de meest tropische vissen tegen. Kijk uit voor het kleine koffervisje vlak vooraan de kust. Heel grappig maar als je te dicht in zijn territorium komt dan wil hij wel eens gaan bijten.
Boka Slagbaai
Die keer dat ik gevlucht ben van de mooie Wayaka II baai, zijn wij naar boka Slagbaai gereden en hebben ons daar uitgestald. Het strand is hier namelijk een stuk groter. Er liggen wel wat meer stenen op het strand en ook in het water komen is vrij lastig. Neem je waterschoenen dus mee.
Op het strand in de schaduw staan tafels en parasols met palmbladeren. Wij hadden stokbrood, Franse kaas en een flesje wijn mee en genoten tevens van het zicht op de blauwe zee.
In het huis is er de mogelijkheid om één of twee nachten te verblijven. Je moet wel je eigen luchtbed en lakens meenemen. Het is back to basic. Voorzieningen zijn er verder niet. Ik heb het nooit gedaan maar het lijkt mij wel heerlijk om ’s nachts wanneer iedereen uit het park is alleen over te blijven. Bij helder weer heb je een prachtige sterrenhemel en dat in combinatie met het geluid van de golven krijg je toch een Robinson Crusoe gevoel. Wil je dit een keer meemaken informeer dan bij Stinapa.
De waaghalzen kunnen hier nog van een klif springen.
2. Brandaris beklimmen
Bij Bonaire denk je beslist niet aan bergen en hiken maar eerder aan duiken, kitesurfen en windsurfen. Toch heeft Bonaire een hoogste berg (240m) namelijk de Brandaris, gelegen in Washington Slagbaai National Park. Het is best een pittige klim op het laatste stuk maar bij helder weer heb je een prachtig uitzicht over het eiland en zelfs op de Christoffelberg op Curacao of de bergen op Venezuela. Ikzelf had de pech dat ik in een tropical storm belandde en daardoor slecht zicht had maar vond het een hele belevenis.
3. Vogels, leguanen en flamingo’s spotten
Vlak voordat je de Brandaris nadert vind je de bron Bronswinkel waar papegaaien en parkieten zich tegoed doen aan het water. Voor vogelliefhebbers een must om te bezoeken.
Tijdens het wandelen naar de Brandaris spotten wij niet alleen veel kleine hagedissen maar ook stonden wij oog in oog met deze leguaan.
In Salina Slagbaai vind je ook veel flamingo’s.
Hoe kom je in Washington Slagbaai National Park
Vanaf Kralendijk is het een half uur rijden naar Rincon. Vanaf Rincon volg je de borden met hagedissen richting het park. Aan de oostkant van Bonaire ligt de entree van het park.
Het park is dagelijks open van 8.00 uur tot 17.00 uur. Wil je de Brandaris beklimmen ga dan op tijd want in verband met de hitte mag je niet meer na 12.00 uur starten. Overigens mag je na 14.30 uur het park niet meer in.
De toegangsprijs bedraagt USD 25,00. Bewoners van Bonaire betalen USD 3,00 voor één dag. Wordt er slecht weer verwacht neem dan contact op met Stinapa om te vragen of het park geopend is. Het komt namelijk regelmatig voor dat het park onder water staat en toegang niet mogelijk is.
Contact info Stinapa
Telefoon: +599 717 8444
E-mail: info@stinapa.org
Website: www.stinapa.org
2 comments
Wauw, de kleuren spatten van het scherm af !! Eigenlijk heb ik me hiervoor nog nooit verdiept in Bonaire..ik dacht altijd vooral aan : klein & snorkelparadijs maar dat het zo divers is wist ik eerlijk gezegd niet.
Grappig eigenlijk. Iedereen denkt dat terwijl het echt veel meer te bieden heeft. Je kunt bergen beklimmen, er is ruige natuur, grotten met prachtige stalactieten en stalagmieten maar ook een prachtige zee natuurlijk, haha.