Bij Bonaire denk je beslist niet aan bergen en wandelen maar eerder aan duiken, kitesurfen en windsurfen. Toch heeft Bonaire een berg (240m) namelijk de Brandaris, gelegen in Washington Slagbaai National Park. Nadat ik de afgelopen drie jaren reeds op diverse Caribische Eilanden bergen heb beklommen, is het haast beschamend dat ik op het eiland waar ik woon nog steeds niet die berg heb beklommen. Op de valreep vlak voor mijn verhuizing naar Duitsland plan ik het dan ook gewoon in en ga dan ook eindelijk de Brandaris beklimmen.
Het blijkt een heel avontuur te zijn. Naast dat ik ontzettend veel stenen, keien en rotsen met een afgrond moet trotseren, belandde ik ook nog eens in een Tropical storm. Zou ik hem uiteindelijk uitlopen of keer ik toch liever om? Dat lees je in mijn blog.
WASHINGTON SLAGBAAI NATIONAL PARK
Nadat ik Marjolein om 7.30 uur had opgehaald rijd ik met mijn auto via Rincon naar de ingang van Wahsington Slagbaai National Park. Het park is 6000 ha groot, ligt in het noorden van Bonaire en is een bergachtig gebied met cactussen, rotsen, zoutmeren en prachtige stranden.
Het is een mooie dag en van de verwachte Tropical storm Bret, die pas ’s avonds het eiland zou bereiken, is niets te merken.
We melden ons aan het loket. “De Brandaris ligt op de korte route”, zegt de ranger wanneer hij ons uitlegt waar wij moeten zijn. Langzaam hobbelen wij met mijn auto het park in. Direct weet ik weer waarom ik er niet zo graag met mijn eigen auto rijd, het is namelijk een geschud van jewelste. De wegen zijn ongeasfalteerd en er zitten flinke kuilen en hobbels in de weg. Mijn auto is niet meer de jongste en als ik niet uitkijk dan rammelen alle onderdelen los. Eigenlijk had ik een auto moeten huren , bedenk ik mij maar daar is het nu te laat voor en rijd in een slakkentempo verder.
Bij de splitsing nemen we de korte route zoals de ranger heeft aangegeven en na ongeveer 20 minuten hobbelen en schuiven bereiken we de parkeerplaats bij de Brandaris.
DE BRANDARIS BEKLIMMEN
Het is half negen als we op de parkeerplaats staan. Met genoeg water in onze rugzak lopen we richting de Brandaris. Het pad waarop we lopen is bezaaid met veel keien en stenen. Het is al erg warm maar op sommige plekken is er beschutting van bomen en planten. Naast dat we goed moeten uitkijken dat we niet struikelen moeten wij op ooghoogte ook goed opletten voor stekelige planten.
Na enige tijd, komen we aan bij een poortje. Er wordt verzocht dit poortje goed af te sluiten om geiten buiten het park te houden. Vanaf hier merk je dat er minder bomen en planten groeien en dat je zelfs in open vlaktes loopt. Dit in tegenstelling tot de Christoffelberg op Curacao die veel meer een weelderige begroeiing heeft.
TROPICAL STORM
Dus hoe hoger we komen, hoe kaler het landschap wordt. We hebben het niet meteen in de gaten maar in een mum van tijd komt er een hele donkere lucht opzetten en begint het keihard te waaien. We kijken om ons heen om beschutting te zoeken en rennen naar de dichtstbijzijnde boom die driehonderd meter verderop staat. Het gaat steeds harder waaien en tegelijkertijd komt het water met bakken uit de hemel vallen.
Terwijl ik achter die boomstam schuil en goed beschermd ben tegen de wind en regen, hangt Marjolein aan twee takken van de boom. De windstoten zijn steeds harder en omdat haar boom waaraan zij hangt geen bladeren heeft krijgt zij ook nog eens de volle lading van de regen. We blijven zo zitten en hopen dat in ieder geval de wind snel gaat liggen.
NOODWEER VOORBIJ EN WAT DAN
Ik weet eerlijk gezegd niet hoelang we daar hebben gezeten, We hebben het in ieder geval erg koud gekregen maar zo snel de storm kwam opzetten, zo snel verdween hij ook weer. We besluiten om te kijken of de route begaanbaar genoeg is om verder te gaan. Teruggaan kan altijd nog.
Hieronder volgt een kort filmpje. Het is nog niet aan de top. Alhoewel de storm is gaan liggen, hoor je nog een flinke wind.
ROTSBLOKKEN EN AFGRONDEN
Wanneer je stijgt wordt niet alleen het landschap kaler maar ook de rotsblokken worden groter en je moet steeds meer met handen en voeten gaan klauteren. Soms weet ik niet precies welke richting ik op moet. Er staan wel wat gele stippen maar ik durf niet zo heel goed rond te kijken want de afgrond is nabij.
Marjolein geeft aan dat ze niet verder durft te gaan. Eerlijk gezegd begin ik ook een beetje te twijfelen. Eerst dat noodweer en nu die afgronden. Toch zegt iets in mij dat ik door wil gaan. De Boiling Lake in Dominica vond ik veel akeliger. Daar waren de afgronden meer dan 1000m diep en grote stukken grond weggeslagen. Een berg van 240 meter moet toch wel haalbaar zijn, echter zie ik het met betrekking tot de veiligheid niet zitten om alleen verder te gaan. Het is echter rustig en behalve het geluid van de wind horen we niets.
REDDING NABIJ
Alsof het zo moest zijn, horen we in de verte stemmen en wanneer het geluid dichterbij komt zien wij een stelletje in een rap tempo naderen. Ze stoppen even om te vragen of alles in orde is. We zijn er bijna, zegt Loid nadat wij ons voorgesteld hebben.
DE TOP
Nadat ik zeker was dat ik Marjolein goed kon achterlaten besluit ik met het stel mee te gaan. We klimmen en klauteren over grote rotsblokken en na ongeveer tien minuten bereik ik dan eindelijk de TOP!
Vanaf hier heb je uitzicht over Slagbaai. In de verte zie je het huisje, wat je voor één of twee nachten kunt huren, liggen. Het moet een hele aparte ervaring zijn om ’s avonds wanneer alle mensen het park uit zijn alleen in het park over te blijven. Ik heb het zelf nooit gedaan maar ben je van plan hier te overnachten moet je wel je eigen luchtbed en kampeerspullen meenemen. Het is er primitief maar het lijkt mij heerlijk om ’s nachts naar het geluid van de golven te luisteren en wanneer het weer helder is de prachtige sterrenhemel te bekijken.
Die dag heb ik echter minder geluk met het zicht. De lucht en de zee zijn grijs van kleur, maar de Brandaris beklimmen is een hele belevenis.
DE DALING
Nadat we even op de top zijn geweest zetten we de daling in. In de meeste gevallen vind ik het afdalen lastig. De kans op uitglijden is groter dan wanneer je omhoog gaat. Daarbij heb je meer zicht op die afgronden. Toch had ik er dit keer geen last van. Rustig dalen we tussen rotsblokken naar beneden en snel daarna zien we in de verte Marjolein alweer.
Wanneer we haar bereiken nemen wij afscheid van het stel. Wij willen onderweg foto’s maken waardoor wij een stuk langzamer zijn.
Om half 12 komen we voldaan aan bij de parkeerplaats en rijden rustig naar huis.
WIL JIJ OOK DE BRANDARIS BEKLIMMEN?
Het park is dagelijks open van 8.00 uur tot 17.00 uur. Wil je de Brandaris beklimmen ga dan op tijd want in verband met de hitte mag je niet meer na 12.00 uur starten. Overigens mag je na 14.30 uur het park niet meer in.
Er zijn twee routes in het park. De korte route duurt anderhalf uur en de lange route, waar je langs de oostkust rijdt, tweeënhalf uur. Het is in het park éénrichtingsverkeer. Je kunt alleen met een terreinauto of pick-up het park in. Geef dit ook door aan je autoverhuurbedrijf. Niet iedere auto mag namelijk het park in.
De toegangsprijs bedraagt USD 25,00. Bewoners van Bonaire betalen USD 3,00 voor één dag. Wordt er slecht weer verwacht neem dan contact op met Stinapa om te vragen of het park geopend is. Het komt namelijk regelmatig voor dat het park onder water staat en toegang niet mogelijk is.
Contact info Stinapa
Telefoon: +599 717 8444
E-mail: in**@st*****.org
Website: www.stinapa.org
2 comments
Boh Sandra wat een avontuur weer.
Je bent een echte doorzetter.
Mooi geschreven weer.
Gr Silvia
Dank je Silvia.